.
Iets onder woorden brengen is mij altijd vrij gemakkelijk afgegaan, en een schoolrapport van de eerste klas lagere school uit 1957 vermeldt dan ook: vlijtige leerling, maar houdt wel van een babbeltje . Er zweeft mij uit die periode nog een toneelstukje voor de geest - ter gelegenheid van de afsluiting van het laatste schooljaar waarvoor ik als twaalf of dertienjarig jongetje de tekst schreef voor de persoon 'Professor Ongeluk,' en het rolletje ook zelf speelde. Daarna is het heel lang beperkt gebleven tot 'de handige brievenopsteller,' waar in familie en werkkring gebruik van werd gemaakt. De werkelijke drang ertoe is pas ontstaan nadat de dames Alwine van Nie- Ellens & Maria Angad Gaur mij stimu-leerden iets op papier te gaan zetten van het verzamelde dansmateriaal (zie : Wat ik lees. . . )
Ergens in de winter van 2017 zette ik op een regenachtige zaterdagmiddag een aantal regels op papier, die de basis werden waaruit de Rinck Oldenhove Stories zijn ontstaan. Het welhaast eindeloos prutsen aan de tekst, wat ik maar noem: zagen, timmeren en poetsen, geeft samen met het rommelen aan de vormgeving van het binnenwerk en het cover veel voldoening.
.