.
In Den Haag geboren als Willem Fehling, raakte ik door de 'speeldoos' verzamelwoede van leraar/kunstschilder Kees Paauw als twaalf, dertienjarig jongetje geboeid door oude mechaniekjes. Antiek was in de zeventigerjaren een hot item, met op elke straathoek zo'n beetje een 'Brocante,' en deze invloeden resulteerden na de Mulo in een opleiding als uurwerkmaker aan de toenmalige R-damse Christiaan Huijgensschool, een MTS voor fijnmechanische vakken. Na mijn opleiding opende ik uurwerkrestauratie atelier/antiekhandel 'De Gekroonde Zandloper' in het Haagse Westeinde. Het bedrijfje dreef voornamelijk op reparatie voor de toenmalige Haagse antiekhandel, en het was de uitbraak van de oliecrisis (1973), waardoor handel en reparatie in antiek plotseling inzakte, die een vroegtijdig einde aan mijn atelier maakte.
In die zelfde periode leerde ik de balletdanser Wim Rensen kennen, raakte tot over mijn oren verliefd, met als gevolg niet alleen een fantastische relatie tot op de dag van vandaag, maar ook een intensieve kennismaking met het ballet- en theaterwereldje. Het maken van video-opnamen resulteerde toen nog in tv-beelden vol sneeuw en ruis, en daar ik Wim's dansoptredens op video wilde vastleggen, groeide uit de aanschaf van een professionele Panasonic S100 camera uiteindelijk Stichting Videater. Een non profit organisatie, waarmee ik met vrienden meer dan tien jaar door het land reisde om theatervoorstellingen van opera, operette, musical, toneel en ballet vast te leggen.
Vanuit die Videater-activiteit en het optreden van Wim's leerlingen in de Koninklijke Schouwburg raakte ik op vriendschappelijke voet met de helaas zo vroegtijdig overleden toneelmeester van de KS, Gerard Schinkelshoek, en zijn collega van Schouwburg Amstelveen Jo Horsch, die mij wegwijs maakten in het wereldje van de theatertechniek. Met als gevolg dat ik tussen het repareren van horloges en klokken door, niet alleen (zie onder) door Europa achter oude danscoryfeeën aan reisde, maar vaak in de weekenden voor stichting Videater in een theater achter de camera stond, of voor Stichting Holland Opera met de productie 'Don Pasquale' door het land trok.
Ergens midden in de jaren negentig maakte Wim kennis met Maria Angad Gaur, die een cursus Barokdans gaf in het Haagse Korenhuis, en werd al snel als danser in haar gezelschap NHDT (Nederlands Historisch Dans- en Theater- ensemble) opgenomen. Een eigen technicus had het gezelschap niet, wat er toe leidde dat ik in no time aan het werk werd gezet als inspeciënt, en tot aan 2009 voor het NHDT meewerkte aan vele zowel nationale- als internationale theaterproducties.
En het waren uiteindelijk de dames Maria Angad Gaur en haar rechterhand Alwine van Nie- Ellens, die in mij een schrijftalent dachten te zien.
Mijn eerste echte publicatie was "Irail Gadescov, Danseur Célèbre," verschenen bij de Delftse uitgeverij Eburon. Van plan het te schrijven was ik geenszins, en het is vooral aan de stimulerende invloed van bovengenoemde dames te danken dat het er van gekomen is.
Ik zag het meer als een proeve, ter voorbereiding van een reeks rond het thema 'Dansontwikkelingen in en rond 's-Gravenhage, gedurende de periode 1900-1045,' waar ik zo'n beetje twintig jaar naast mijn dagelijkse bezigheden archiefonderzoek en veldwerk naar had gedaan. Het veldwerk en het snuffelen in oude archieven vond ik er het meest boeiende aan, vooral wanneer er voor mijn gevoel kleine succesjes geboekt werden.
Onze toenmalige stichting Haags Instituut voor de Dans financierde het eerste deel, en de overige zouden met steun van het Prins Bernhardfonds tot stand komen. Tegenwerking van uit het nu niet meer bestaande NID (Nederlands Instituut voor de Dans), prestigieus gevestigd aan de Amsterdamse Herengracht, die mij als niet-academicus niet erg serieus namen, werkte dermate demotiverend dat ik er in 2008 een punt achter zette en een boshutje op de Veluwe aanschafte, dat meer plezier opleverde. Jammer wel, want die tegenwerkende opstelling heeft er wel toe geleid dat drie archiefkastlades vol met - danshistorisch gezien voor ons land belangwekkend materiaal - na mijn verscheiden de papiervernietiger in gaan. Dat ik op deze site een tabblad 'ARCHIEF' heb geïnstalleerd, komt dan ook voort uit het nog niet gerijpte idee er op deze wijze toch iets van te kunnen publiceren.
Na Gadescov volgde er een tijd niets, want het boshutje gaf, tussen de dagelijkse beslommeringen door - je moet tenslotte ergens van leven! - genoeg om handen om de dagen te vullen met planten, snoeien en wieden.
.